zondag 29 mei 2016

Motivatie problemen

Deze week op school is er gesproken over de huidige motivatie van de studenten. Zelfs een discussie met iemand die vindt dat de student al ongemotiveerd bij ons binnen komt. Doordat de student ongemotiveerd binnenkomt kun je als school daar niets mee.

Ik ben het daar niet mee eens. De student is gemotiveerd anders was hij niet bij ons gekomen voor een opleiding. Natuurlijk zal de mate van motivatie verschillen. Dat is altijd; de ene medewerker is misschien ook wel minder gemotiveerd dan de ander.

Als school heb je wel een cruciale rol om de motivatie te versterken of je maakt ze ongemotiveerder door het aangeboden onderwijs. Zorg dat de passie voor het vak alleen maar groter wordt.

Wat wil het toeval dat deze week vanuit een rapport van de OESO geconstateerd wordt dat de Nederlandse scholier ongemotiveerd is. Het schort aan motivatiegebrek bij de student.

Komt dat door de ongemotiveerde student bij de start van een opleiding? Volgens het rapport wordt de demotivatie door het onderwijs zelf veroorzaakt.

Uit het krantenartikel over het OESO onderzoek zijn er verschillende factoren aangeduid die dit veroorzaken.

Er is op de scholen onvoldoende ruimte voor excellente studenten. De studenten willen meer uitdaging. Er wordt geen rekening gehouden met de verschillen tussen de studenten. Het onderwijs is een bron van verveling. Nieuwsgierigheid wordt niet beloond (zie mijn vorige blog). Het onderwijs in Nederland staat in het teken van bestraffen in plaats van belonen. Wij miskennen het belang van positieve prikkels.

Hoe bizar is dit allemaal!

De OESO is positief over het Nederlandse onderwijs als het gaat over de kwaliteit en de toewijding van de docenten. Er is een goede aansluiting met het vervolgonderwijs en de arbeidsmarkt. Dus wat klagen we.......

Het gaat toch goed, niets veranderen.

Zaterdag nog een stuk in de Volkskrant uit het rapport van de OESO, het pakt blijkbaar positief uit als studenten uit verschillende niveaus meer met elkaar moeten samenwerken. Van elkaar leren en je aan elkaar optrekken en uitgedaagd worden.

Dit is toch ook in de werkelijkheid. Op de werkvloer zitten toch ook niet allemaal medewerkers van hetzelfde niveau! Samen moet je in het werkveld een klus klaren. Dus de student kun je op school daar al kennis mee laten maken. Doorbreek de vastgeroeste denkwijze en laat ze meer samen doen. Daag ze uit, prikkel ze en maak ze nieuwsgierig. Dan zal de motivatie toenemen. Dat is toch ook met ons als wij niet meer uitgedaagd worden, hoe saai is dat dan.

Het kan beter, dat is mijn insteek. Veranderen is toch wel noodzakelijk. Innoveer met je onderwijs zou mijn insteek zijn. Innoveren door kaders en tradities te doorbreken.

Nog steeds ben ik ervan overtuigd dat we de goede weg ingeslagen zijn. Innoveren door te gaan werken met thema (project) weken waarbij de student uitgedaagd wordt en waarbij de student samenwerkt met studenten van andere opleidingen en niveaus. Zorg voor een goede terugkoppeling naar de student, steek in op het positieve effect van feedforward.

Je moet eerst door een dal om er vervolgens weer uit te kunnen klimmen. Leren door vallen en opstaan. Ik wil in ieder geval wel weer de top bereiken.

zondag 22 mei 2016

Durf te observeren

Lean werken is ontstaan bij Toyota, de werkprocessen verbeteren om verspilling tegen te gaan en om efficiënter het werk in te richten. Alles met als doel er beter van te worden. Continue verbeteren zonder verspilling.

Lean zie je in het bedrijfsleven vooral bij logistieke processen. De lean methode zie je echter ook bij andere instanties ontstaan zoals het onderwijs.

Om efficiënter te worden moet je eerst weten hoe het werk nu uitgevoerd wordt. Om dat inzichtelijk te maken zit er maar één ding op je moet nieuwsgierig zijn en op onderzoek uitgaan. Nieuwsgierig naar de huidige manier van werken en bij het onderwijs nieuwsgierig zijn hoe lessen verlopen en hoe de studenten reageren op de docent voor de klas. Ik weet natuurlijk ook wel dat een proces in een fabriek anders is dan een les met 22 of meer studenten. Het geeft echter wel inzicht in hoe een collega zijn les aanpakt wat de reactie van de student is en wat je van hem of haar zelf meeneemt naar je eigen les.

De meest eenvoudige manier om dat van elkaar te zien is om doodgewoon eens bij elkaar te gaan observeren. Observeren hoe er nu gewerkt wordt. Deze nieuwsgierigheid zegt nog niets of iets goed of fout is, het zegt alleen maar iets over de huidige werkwijze in de les.

Observeren op de werkvloer maakt het werk zichtbaar. Hoe verloopt het werk en wat gebeurt er allemaal, welke reactie roept een actie van de docent op of roept juist geen reactie op.

Het werk observeren is in eerste instantie niet comfortabel er wordt naar mij gekeken! Wellicht roept dat een gevoel op van ik doe het niet goed. In situaties waar je vooral 'alleen' werkt zal dit nog oncomfortabeler zijn. Wanneer je werkt in een meer open sfeer zal dat gewoner zijn en minder bedreigend.

Het doel van het observeren is niets anders dan kijken hoe de ander zijn werk verricht. Hoe doe je je werk nu? Iedereen doet het anders, maar door deze verscheidenheid kun je uiteindelijk wel van elkaar leren, als je je daar voor open stelt.

Vervolgens kun je met elkaar in gesprek gaan over de meest effectieve en efficiënte of zelfs de meest geschikte aanpak van je les.

Het bijzondere in dit geheel is dan als je in gesprek gaat er misschien wel andere inzichten komen en wil je zelf iets aanpassen in je werkwijze. Dus je ondergaat een verandering.

Veranderen is altijd lastig. Je wilt zo graag vasthouden aan het verleden, je weet niet of de nieuwe werkwijze je gaat lukken en elke verandering voelt niet fijn. Dit blijft zo totdat de nieuwe werkwijze geaccepteerd is en je er aan gewend bent. Dan is het weer tijd om te veranderen.

Meestal zijn er echter meer medewerkers die de verandering niet fijn vinden of die niet weten wat te doen om efficiënter en beter te gaan werken. Echter in een groep is er altijd wel iemand die met een idee of oplossing komt. Diegene is nieuwsgierig naar het effect van een verandering en wil met zijn idee gaan experimenteren. Dat is niet goed of fout, met experimenteren ga je dat ondervinden, wat werkt en wat werkt niet.

Zo ga je wel met z'n allen praten over een betere kwaliteit van werk of van het onderwijs. Je gaat dezelfde taal spreken en je creëert ruimte om te verbeteren.

Dat je dan ook weleens teruggeworpen wordt door tegenslag hoort erbij. Samen kun je echter veel bereiken.

Durf te observeren en durf vervolgens te experimenteren.

maandag 16 mei 2016

Nieuwsgierigheid











Ontdekken is leuker dan weten

Jonge kinderen zijn continue bezig om te ontdekken, zitten overal aan, proberen van alles uit. Alles in het teken van nieuwsgierigheid en om ervan te leren. Is het eenmaal bekend, dan weten ze wat het is, wat het met je doet of wat je er mee kunt. Alles stoppen ze in de mond, proeven, ruiken en voelen overal aanzitten tot vervelens aan toe.

Is ze dit aangeleerd om het zo te doen? Het is instinctief dat jonge kinderen dit doen.
Wat doen wij als ouder, enerzijds leren we ze eigenlijk de nieuwsgierigheid af en anderzijds proberen we ze te leren wat goed of niet goed voor ze is. Dit gaat de rest van je leven zo door. Door ervaring leer je. Zelfs wij als volwassenen moeten eigenlijk nog nieuwsgierig zijn om achter dingen te komen. Hoe werkt die iPhone nu? Welke instellingen zijn het beste? Wat kun je nog meer doen om goede lessen te geven?



Nieuwsgierigheid is naast een aangeboren ook een zich ontwikkelend eigenschap. Nieuwsgierigheid kan worden versterkt of worden geremd door de omgeving. Ouders remmen nieuwsgierigheid af uit bezorgdheid en/ of omdat ze zelf misschien beter weten wat de gevolgen zijn en de jonge kroost willen beschermen. Zeker zal ook meespelen dat ze proberen de jonge kinderen iets te leren.


Nieuwsgierigheid stimuleert interactie met de omgeving. Gelukkig is de mens een proactief op zich staand uniek handelend individu. Vanuit dat oogpunt is er een onderliggende behoefte om aan nieuwe ervaringen en kennis te komen.

Ontdekken wat er in je omgeving gebeurt, plaatsvindt of afspeelt. De wereld om je heen wordt begrepen en dus ontdekt.

Eenmaal ontdekt en dus kennis opgedaan zou moeten uitnodigen om weer iets nieuws te willen ontdekken of om nog nieuwsgieriger te worden.

De tegenhanger van nieuwsgierigheid is misschien wel vrees. Vrees voor het nieuwe....

Wat doet dat met mij en hoe overleef ik dat? Vrees dat je iets zal overkomen.

Nieuwsgierigheid en vrees voor het nieuwe en dus het onbekende zullen altijd naast elkaar blijven bestaan. Het nieuwe van de ontdekking versus de vrees voor het onbekende.

Werken en leren met nieuwsgierige studenten en docenten maakt het werk vele malen leuker en een stuk gemakkelijker voor iedereen. Helaas weten we maar al te goed dat dit niet de dagelijkse praktijk is. Sommige studenten komen maar moeilijk tot een dusdanige actieve houding dat ze nieuwsgierig zijn/ worden. Studenten worden dan bestempeld als lui, ongeïnteresseerd en dus ongemotiveerd. Als de motivatie bij de docenten onvoldoende aanwezig is zal deze de student niet goed aanzetten tot nieuwsgierigheid en dus ontdekken.

De cruciale vraag is dan ook hoe kun je studenten nieuwsgierig maken. Als je dit kunt bereiken gaat leren wellicht vanzelf. De intrinsieke motivatie zal alleen maar toe nemen.
Hetzelfde geldt voor de medewerkers binnen een school: Hoe kun je deze nieuwsgierig maken dat ook zij willen ontdekken? Op deze manier stimuleer je de intrinsieke motivatie van de docent.

Wat zou het teweeg brengen als iedereen nieuwsgierig zou zijn naar nieuwe dingen? Een grote ontdekkingstocht naar het onbekende.

Dit zou iets zijn voor de didactische en pedagogische aanpak van een team professionals. Een aanpak die uitgaat van het ontwikkelen van nieuwsgierigheid!

zondag 8 mei 2016

Terugblikken en vooruitkijken

Ik las deze week een artikel over het toepassen van formatieve toetsen in het voortgezet onderwijs.




In het MBO hebben kennen we de formatieve toetsen al jaren en ze hebben een bijzondere betekenis. Een toets afnemen, dit beoordelen en een oordeel vellen over de leerprestaties. Formatieve toetsen tellen echter niet mee in een eindbeoordeling. Ze meten de stand van zaken op dat moment. Studenten in het MBO weten dit snel genoeg en vragen dan ook vaak genoeg: "Telt deze toets mee?" Het antwoord is dan heel eerlijk: "Nee, deze telt niet mee, ik wil alleen weten wat je al weet". Vervolgens doet de student er niet veel voor, telt toch niet mee..... (dit verandert blijkbaar niet, ik was niet anders).

Ik vroeg me af, waarom wil het VO formatieve toetsen gaan toepassen als het MBO (wij als Hotelschool) er niet tevreden over zijn. Dus tijd voor wat verdieping, het is tenslotte toch vakantie.

Nogmaals het boek "Leren zichtbaar maken" van John Hatti erbij gepakt en wat gezocht en gelezen op Internet, vooral eens gekeken wat de functie van het formatieve toetsen eigenlijk is.

In het MBO worden kwalificerende/ summatieve examens afgenomen tegen het einde van een opleiding of als een complete kerntaak (onderdeel van een opleiding) kan worden afgesloten. Vaak is dat op het eind van een schooljaar of zelfs op het einde van een opleiding.
Het meten van tussentijdse (formatief) resultaten mag niet als beslissend oordeel meetellen. Wat overblijft voor het formatieve meten is bij ons op de huidige werkwijze en dan heeft het weinig betekenis (in het algemeen, uitzonderingen daargelaten). Deze formatieve toetsen tellen tenslotte niet mee, en de student doet er niet veel voor om goede resultaten te behalen.

Bij kwalificerende/ summatieve examens kijk je terug naar wat de student geleerd heeft en dit kan laten zien bij het kwalificerende/ summatieve moment van examinering. Dus terugblikken.....

Formatieve toetsen zouden eigenlijk een andere insteek moeten hebben. De student voorzien van feedback om ervoor te zorgen dat het gestelde einddoel behaald wordt. Bij formatieve toetsen of eigenlijk beter formatieve evaluatie kijk je terug (feedback): Waar sta je nu en wat heb je nog nodig om bij het einddoel te komen? Het uiteindelijke einddoel, het kwalificerende/ summatieve examen(s).

Leren is eigenlijk het vaststellen van je (eind)doel(en), dit vaststellen is de "feedup". Formatieve toetsen laten de student zien hoe ver hij is met het behalen van zijn doelen en daar feedback op geven. Om het leren nog beter te faciliteren bestaat er de "feedforward". Dit geeft aan wat er vanaf het meetmoment nog geleerd moet worden om bij je einddoel te komen. Dit is vooral vooruit kijken. In het leerproces kun je hier mooie persoonlijke doelen van maken. Zo persoonlijk dat de student er echt zelf eigenaar van is en wordt. Niet opgelegd door een docent maar gestimuleerd en begeleid door de docent (de coach). Tenslotte bestaat de feedforward uit datgene wat nog geleerd moet worden om van de huidige situatie naar het (eind)doel te komen.

Samengevat:
Formatieve evaluatie kijkt terug en kijkt nadrukkelijk vooruit.
Summatieve evaluatie kijkt alleen terug en bepaalt of je het einddoel behaald hebt. Deze resultaten zijn in het MBO bepalend voor het behalen van een diploma.

Blijkbaar hebben wij de formatieve toetsen verkeerd ingezet. We hebben alleen maar teruggekeken!

Tijd dus om vooruit te kijken. Dat gaan we ook doen met de toekomstige projectweken. Aan de slag met feedup, feedback en feedforward.

Na deze zonnige vakantie kijk ik met een goed gevoel vooruit naar onze nieuwe formatieve aanpak.
Terugblikken en vooruit kijken.